Publicaties

‘Feyntje van Steenkiste van Frans Hals’, door E.W. Moes (1892)


Het verschijnen van de genealogie De Clercq in het Stam- en wapenboek van Vorsterman van Oyen, in 1885, heeft bij de familie geleid tot een hernieuwde belangstelling voor het voorgeslacht. Onderzoek in de Haarlemse archieven, vermoedelijk uitgevoerd door C.J. Gonnet, de adjunct-archivaris aldaar, wees uit dat de stamvader Lucas de Clercq (c1603-1652) de jongste zoon was van zekere Jacques de Clercq, die omstreeks 1555 geboren was in Gent.

Om meer te weten te komen over de afkomst van de nieuwe stamvader Jacques, trad Gideon Jeremias de Clercq (1828-1896), een jongere broer van Daniël, in correspondentie met de Gentse stadsarchivaris Victor van der Haeghen. Deze stuurde hem in de loop van 1886-1887 diverse aantekeningen over De Clercqen uit het stadsarchief, alsook uit een 18de-eeuws genealogisch manuscript in de Koninklijke Bibliotheek te Brussel. Het resultaat was vrij spectaculair; hoewel de verwantschap nergens expliciet werd vermeld, leek uit de archivalia te kunnen worden opgemaakt dat de nieuwe Gentse/Haarlemse stamvader Jacques een zoon was van zekere Lieven de Clercq, gehuwd met Lievyne van Houcke. Nu wilde het dat deze Lieven en zijn echtgenote ook stonden vermeld in het Brusselse manuscript, met een stamreeks van maar liefst drie generaties vóór hen, zodat plots als nieuwe stamvader van ons geslacht gold een Pieter de Clercq, gehuwd met zekere Martine Taets, die omstreeks het midden van de 15de eeuw moet hebben geleefd! Een enorme stap terug in de geschiedenis.

Achteraf moet worden geoordeeld dat, hoewel verschillende van de door Van der Haeghen aangedragen gegevens beslist waardevol waren, die uit het Brusselse manuscript vooral “het aanschijn gaven van eenige fictieve voorouders”, zoals vijftig jaar later in een boekje terecht werd gesteld.
Hoe weinig betrouwbaar de gegevens over deze oudste generaties ook waren, het weerhield de kunsthistoricus Ernst Wilhelm Moes er niet van om dit nieuwe Gentse voorgeslacht in 1892 voltallig aan een groter publiek te presenteren in zijn artikel over ‘Feyntje van Steenkiste van Frans Hals’, in het tijdschrift Oud en Nieuw op het gebied van kunst en kunst-nijverheid in Holland en België (1889-1892) 127-130.
Dit kan hier worden gedownload als pdf-bestand.

Aanleiding voor deze publicatie was de schenking, een jaar eerder, van de Frans Halsportretten van Lucas de Clercq en Feyntje van Steenkiste, aan het Rijksmuseum, door de erfgenamen van Aaltje de Clercq-Stinstra (XIIIc). Moes zal de gegevens over het voorgeslacht hebben verkregen van Pieter de Clercq (XIVc, 1849-1934), de oudste zoon van Aaltje, die met zijn verre neef Gideon Jeremias over familiezaken correspondeerde en informatie uitwisselde. Pieter was bankier in ruste en had zich in het Friese Veenwouden gevestigd. Hij en Gideon deelden hun belangstelling voor de familiegeschiedenis.

Terug naar boven