Kleindochter schrijft over Marisa de Clercq (1880-1968)
Toen Gijsbert de Clercq (1850-1911) in 1892, na een verblijf van twintig jaar op Java, terugkeerde naar Nederland, verscheen hij tot volslagen verrassing van de familie met een twaalfjarige dochter Marisa aan zijn zijde. Hij had haar verwekt bij zijn ‘njai’ (concubine en huishoudster) Sepoe Kaissem en wettig erkend, maar dit verborgen gehouden.
Gescheiden van haar moeder kwam Marisa in een onbekend land; zij sprak nauwelijks de Nederlandse taal en werd al spoedig door haar vader als pleegkind uitbesteed aan een neef. Ondanks deze moeilijke start wist zij toch, met haar sterke persoonlijkheid, heldere geest en beminnelijke karakter, zich een goede sociale positie te verwerven. Na een opleiding ging zij werken als verpleegkundige, sloot zij een gelukkig huwelijk met een later zeer geziene huisarts, en kreeg zij kinderen en kleinkinderen die haar liefhadden en bewonderden.
Als een eerbetoon aan haar leven is een boek over Marisa verschenen, verteld door haar kleindochter Saskia Quanjer en opgetekend door Paul Verberne. Ook wordt verslag gedaan van een reis naar Java, in de hoop meer te vinden over Sepoe Kaissem, de moeder van Marisa.
Al vanaf het begin waren we betrokken bij het project, door gegevens te leveren en de weg te wijzen naar stukken in het familiearchief. Als dank mochten we voor de familiestichting een exemplaar van het boek in ontvangst nemen.
Het boek heeft de volgende inhoudsopgave:
Voorwoord | 7 |
Inleiding | 11 |
1. De familie de Clercq: rijk aan bankiers | 17 |
Willem de Clercq | 19 |
De omzwervingen van ons familiearchief | 21 |
De groeiende macht van de Amsterdamse tak | 25 |
Stamvader Pieter en Aaltje Stinstra | 27 |
Slot van het boekje van Meilink-Roelofsz | 30 |
2. De familie Quanjer: heelmeesters | 35 |
Vormen van religie op de achtergrond | 40 |
Aaldert Arnold, met en zonder Jan | 43 |
3. Nederlands-Indië in vogelvlucht | 55 |
Zo is het gekomen. | 57 |
De tijd van het Cultuurstelsel | 58 |
Tot wat verplicht de grote winst? | 62 |
“Tempo doeloe”; de tijd van njai Sepoe Kaissem | 65 |
De “Nestbevuilers” van ons koloniale verleden | 68 |
4. Gijsbert de Clercq | 71 |
De jeugd van Gijsbert in het gezin | 73 |
Schoonoord, de kostschool van Jacob de Vos | 78 |
De correspondentie van moeder Aaltje | 82 |
Gijsbert naar de Oost | 85 |
Terugkeer naar Nederland | 87 |
Ook een echte De Clercq kan mislukken | 89 |
5. Sepoe, njai en moeder op Java | 97 |
Sepoe Kaissem, geboren 1860 | 97 |
De Njai | 98 |
Brief van A.J. Ovink | 103 |
Relatie moeder en dochter onduidelijk | 108 |
Geen overlijdensdatum | 116 |
6. Marisa in Holland | 117 |
Ontvangst in Nederland | 119 |
Opgevangen bij Marius de Clercq | 121 |
Marisa’s opleiding vanaf 1903 | 126 |
Het Nederlands Israëlitisch Ziekenhuis | 132 |
7. Het huwelijk van Marisa met Nol Quanjer | 135 |
De bruidegom, Aaldert Arnold Quanjer | 136 |
Nol wordt arts | 143 |
De trouwdag op 15 januari 1908 | 147 |
8. Marisa, moeder en oma | 151 |
Sliedrecht | 159 |
Nassaukade 136 | 160 |
De loftrompet bij 25 jaar | 163 |
Dagboek Mei 1940 | 167 |
Na de oorlog | 170 |
Het afscheid van Nassaukade en Jordaan | 171 |
Bennekom | 175 |
De laatste dagen | 180 |
9. De reis naar Indonesië | 183 |
Plannen maken en vertrek | 183 |
Met gids op weg naar Soemedang | 186 |
Naar de theeplantage in Margapala | 188 |
De verschijning van tante Ries | 189 |
Schrikken, ontspannen en terug | 194 |
Tot slot | 197 |