Duinlaan te Bennebroek
Eigendom van Jacob de Clercq (1710-1777), van 1770 tot 1777
Enkele maanden voordat Jacob de Clercq zijn imposante, maar in onderhoud ook erg kostbare buitenplaats Driemond, aan het Gein, van de hand deed, kocht hij in mei 1770 het meer bescheiden buiten Duinlaan in Bennebroek.
In de 17de eeuw was Duinlaan een garenblekerij, met “een schoon woonhuijs, looghuijs, turfschuur, melckhuijs, stalling, koets- of wagenhuijs, garenhuijs, aschschuit, boomgaert, warmoestuin, droogberg, canarijvluchten, groot 1 morgen 502 roeden”. Deze was in 1698 eigendom geworden van Jacobs oudoom Jacob van Lennep (1631-1704). De blekerij is in de loop van de 18de eeuw gestopt en afgebroken.
Jacob verwierf de plaats van de vorige eigenaar, Mr. Willem van Schuylenburch, voor ruim 12.500 gulden. Aardig detail is dat Jacob in 1772, omdat hij vanuit zijn koepel zicht wilde krijgen op de westelijk gelegen Leidse trekvaart, toestemming heeft verzocht – en gekregen – van de heer van Heemstede, om de duin voor deze koepel af te graven.
Op 16 juni 1777 is Jacob op Duinlaan aan waterzucht (oedeem) overleden. Zijn stoffelijk overschot werd overgebracht naar Amsterdam, om te worden begraven in de Westerkerk.
Voor de boedelverdeling is niet door een notaris een boedelinventaris opgesteld. Jacob had namelijk zelf al lijsten gemaakt van al zijn bezittingen. Deze zijn jammer genoeg niet bewaard gebleven; hierdoor zijn er geen documenten die ons een indruk kunnen geven van de inrichting op Duinlaan.
Duinlaan werd in oktober 1777 verkocht aan Martin van Diepenbruge, koopman te Amsterdam, voor het recordbedrag van 15.377 gulden.
De buitenplaats is reeds lang verdwenen. Wel herinnert nog een straat met de naam Duinlaan aan de geschiedenis ter plaatse.
Bronnen:
M. Verkaik, ‘De verdwenen buitenplaats Duinlaan’, in: Heerlijkheden: kwartaalblad van de Vereniging Oud-Heemstede-Bennebroek, nr.118(2003) p.198-206.