XVc Adriaan de Clercq (1855-1931) x Louise s’Jacob
Zoon van Stephanus de Clercq (XIVa) en Suzanna Kruseman
Adriaan de Clercq, geb. h. Lapinenburg, Hillegom 29 okt. 1855, beherend vennoot Haarlemsche Bankvereeniging Teding van Berkhout & De Clercq, voorzitter Kamer van Koophandel en Fabrieken Haarlem 1912-1920, commissaris Eerste Nederlandsche Electrische Tramwegmaatschappij, commissaris Maatschappij tot Exploitatie van Staalwaterbronnen, medeoprichter en bestuurder Vereeniging Weldadigheid naar Vermogen, † h. De Viersprong, Aerdenhout 7 mei 1931, tr. Leusden 28 mei 1891 Louise s’Jacob, geb. ‘s-Gravenhage 29 mei 1864, lid bestuur (voorzitter) Alg. Ned. Vrouwenvereeniging ‘Arbeid Adelt’, afd. Haarlem 1904-1930, † h. De Viersprong, Aerdenhout 21 maart 1933, dr. van Mr. Eduard Herman s’Jacob en Jkvr. Cornelia Lucipara Goverta Elise de Stuers.
Adriaan, de vierde zoon van Stephanus en van Suzanna Kruseman, werd in 1855 te Hillegom geboren. Na in Haarlem de 5-jarige H.B.S. met succes te hebben doorlopen, volgde hij in Amsterdam het laatste cursus-jaar van de Openbare Handelsschool, waar hij het einddiploma behaalde. Daarna werkte hij tot 1880 in Amsterdam bij de Nederlandsch-Indische Handelsbank, waarna hij naar New-York verhuisde waar hij zich verder bekwaamde in het bankiersvak.
In 1882 kreeg hij uit Holland bericht dat zijn oom Karel Eduard de Clercq, firmant van de Commanditaire Vennootschap De Haarlemsche Bankvereeniging, Firma Teding van Berkhout & De Clercq, is overleden. Hij nam de eerste boot naar Holland en het lukte hem benoemd te worden tot opvolger van zijn oom. Hij werd een welvarend man, want het ging goed met de bank en het geluk lachte hem toe als hij in 1891 met Louise (Loukie) s’Jacob, geb. 1864, trouwt. Zij zal hem drie zoons en een dochter schenken. In Aerdenhout, dat tot ontwikkeling kwam dankzij de elektrische tram, waarvan Adriaan commissaris was, liet hij bij een halte een groot huis bouwen, De Viersprong, terwijl hij tevens een flink stuk grond elders in Aerdenhout koopt. Daar konden zijn kinderen later huizen bouwen, hetgeen twee hunner inderdaad zullen doen. Adriaan en Louise leefden sober, maar zij gaven wel elke maand f. 1.000 aan de armen.
In 1917, hij is dan pas 62 jaar, moest Adriaan wegens zijn slechte gezondheid afscheid nemen van de bank, maar hij bleef actief op maatschappelijk gebied. In de jaren tachtig nam hij het initiatief tot de oprichtig van een aantal coöperatieve woningbouwverenigingen; in de Leidse buurt in Haarlem werd een straat naar hem genoemd. Als bestuurder van de afdeling Haarlem van het Witte Kruis, werkte hij krachtig mee aan de stichting van volks-badhuizen en voorts richtte hij met enkele andere Haarlemmers de Vereeniging Weldadigheid naar Vermogen op. Deze vereniging behartigde de belangen van de “stoffelijk misdeelde burgers” van Haarlem. En natuurlijk was hij lid van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, van 1912 tot 1920 als voorzitter. Tenslotte was hij sedert 1884 bestuurder van het Daniël de Clercq Fonds, “bestemd tot eventuele steunverlening aan leden der familie De Clercq die daartoe het verlangen te kennen geven en volgens hen daarvoor in aanmerking komen”. Dit fonds werd in 1884 opgezet uit de nalatenschap van de kinderloos overleden Daniel de Clercq (XIIa3). De laatste aantekening in het bankboekje van dit fonds vermeldt op 25 april 1927: “Overschrijving Haarlemsche Bank Hillegom f. 959,15.” Adriaan overleed te Aerdenhout in 1931.
Louise de Clercq-s’Jacob was van 1904 tot 1930 bestuurslid was van de Afdeling Haarlem der Algemeene Nederlandsche Vrouwen Vereeniging “Arbeid Adelt”, hetgeen blijkt uit de inscriptie op een fraai zilveren theeblad dat haar drie jaar voor haar dood werd aangeboden. Zij werd bijna 69 jaar oud.
Adriaan en Louise waren de ouders van:
1. Steven de Clercq (1892-1970) x Jkvr. Mr. Anna Deborah van Lennep
2. Eduard Herman de Clercq (1894-1977) x Wilhelmina Cornelia van Houten
3. Cornélie Louise de Clercq (1895-1970) x Jacob Albrecht Insinger
4. Reinout de Clercq (1897-1928) x Adriana Wilhelmina van Dam van Noordeloos.