Generatie I – V (stamreeks Vlaanderen, 14de – 16de eeuw)
- Denijs de Clerc, gegoed te Erondegem, Ottergem en Erpe, † in of vóór 1396, tr. N.N. [Loetins], betaalde in 1396 als weduwe, wonende te Erondegem, haar jaarlijkse bijdrage als buitenpoorteres van Geraardsbergen.
Uit dit huwelijk (o.a.?):- Goessin de Clerc, geb. [Erondegem] omstr. 1375/’80, roodverver ‘bij de Freremineuren’ te Gent, gegoed te Erpe, Erondegem en Ottergem, † vóór 22 okt. 1421, tr. vóór 14 april 1409 Mergriete Rommel(in), † vóór 17 sept. 1453, dr. van Jan Rommel(in) en Lisbette van Bassevelde, zij hertr. vóór 27 febr. 1425 Jan van Exaerde fs. Daniëls.
Uit dit huwelijk een dochter - Pieter, volgt II
- Jan de Clerc
- Goessin de Clerc, geb. [Erondegem] omstr. 1375/’80, roodverver ‘bij de Freremineuren’ te Gent, gegoed te Erpe, Erondegem en Ottergem, † vóór 22 okt. 1421, tr. vóór 14 april 1409 Mergriete Rommel(in), † vóór 17 sept. 1453, dr. van Jan Rommel(in) en Lisbette van Bassevelde, zij hertr. vóór 27 febr. 1425 Jan van Exaerde fs. Daniëls.
- Pieter de Clerc, geb. [Erondegem] in of vóór 1379, vestigde zich vóór sept. 1404 te Gent, roodverver, bezat en bewoonde een ververij op de hoek van het Borrestraatje en de Nederscheldestraat ‘bij de Watermolen’ ald. 1420-, gegoed te Erondegem en Drongen, † kort vóór 28 nov. 1439, tr. omstr. 1414 Katheline Rommel(in), † na 12 febr. 1458, dr. van Jan Rommel(in) en Lisbette van Bassevelde.
Uit dit huwelijk:- Jacob, volgt III
- Jan de Clerc, roodverver aan de Pasbrug, † omstr. 1481, tr. vóór 31 mei 1460 Kathelyne de Smet, † omstr. 1495, dr. van Pieter de Smet en Gheertrude Sneekers; zij hertr. Jan van Zele, roodverver (hij was eerder getrouwd met Margriete de Clerc, dr. van Goesin de Clerc en Lysbette Lyppins)
Uit dit huwelijk nageslacht - Pieter de Cleerc.
- Mergriete de Cleerc, in 1465 nog ongehuwd.
- Katheline (Callekine) de Cleerc [mogelijk gehuwd met Claeys Rommels fs. Claeys].
- Jacquemine de Cleerc, † vóór 30 mei 1493, tr. Gillis Eergoet, wasmaker (?)
- Janne de Cleerc, † vóór 1484, tr. Passchier van der Guchte, alias Scuerbroet, † omstr. 1483/84.
- Jacob de Cleerc, geb. Gent vóór 1439, roodverver, schepen van gedele Gent 1477, mogelijk identiek met de Jacob de Cleerck die in 1464-1465 samen met andere Gentenaren deelnam aan een kruisvaart naar het Heilige Land; bezat ververij, woning en andere gebouwen aan de Gentse St. Jansvest en elders in de stad, gegoed te Drongen, Dickele, Destelbergen en Heusden, † na 11 aug. 1505, tr. vóór 28 juli 1457 Aechte de Vriese, † tussen 11 aug. 1505 en 20 maart 1513, dr. van Lieven de Vriese en Cathelijne Sneevoet.
Uit dit huwelijk:- Jan de Cleerc, roodverver, gegoed te Dickele [proviseerder (raad) van de rederijkerskamer St. Agnete, of ‘der Boômloze Mande’?], † na 24 febr. 1520, tr. voor okt. 1489 Jacquemine Gurtebeke, waarsch. dr. van Jan Gurtebeke en Mergriete van Triviers.
Uit dit huwelijk nageslacht - Gillis, volgt IV
- Pieter de Cleerc, nam in 1502 van zijn vader de roodververij aan de St. Jansvest over, † tussen 2 juni 1514 en 28 juli 1515, tr. 1e in of kort voor 1502 Marthe van Rosmeer, geb. Leuven, dr. van Jan van Rosmeer en Agatha Sterckx; tr. 2e [vóór dec. 1510] Kathelyne Impens, † voor sept. 1538, dr. van Christoffel Impens en Jooryne van der Eecken
Uit beide huwelijken nageslacht - Johanna de Cleerc, tr. 1e Lieven van Melle vleeshouwer (slager) in de Drabstraat, schepen van de keure 1486 [schepen van gedele 1492, 1502 ?], † vóór 9 april 1513, zn. van Jacob; tr. 2e Adriaen van Daele.
- Margriete de Cleerc, † ca. 1484, tr. Vincent Tournoys, woonde in de Mageleinstraat, † voor 20 maart 1513; hij hertr. 2e Lisbette van Melle; tr. 3e Pauweline Tienpond.
- Lysbette de Cleerc, zuster in het klooster van St. Agnete te Gent (1491).
- Catheline de Cleerc, tr. vóór 24 jan. 1485 Jacob Clauwens, † vóór 13 juli 1502.
- Jan de Cleerc, roodverver, gegoed te Dickele [proviseerder (raad) van de rederijkerskamer St. Agnete, of ‘der Boômloze Mande’?], † na 24 febr. 1520, tr. voor okt. 1489 Jacquemine Gurtebeke, waarsch. dr. van Jan Gurtebeke en Mergriete van Triviers.
- Gillis de Cleerc, roodverver in de St. Jacobsnieuwstraat, bij de Nieuwbrug, te Gent, gegoed te Drongen, Destelbergen, Heusden en St. Pieter, † Gent 1530, tr. kort voor dec. 1496 Barbara de Knibbere, † Gent kort vóór 4 juli 1541, dr. van Jan de Knibbere en Catharina sPeets.
Uit dit huwelijk:- Willem de Cleerck, † vóór 30 juli 1530, tr. Agneese Sateurn; zij hertr. vóór 4 juli 1541 Jasper Samarijn en woonde met hem en haar kinderen in Antwerpen.
Uit dit huwelijk nageslacht - Mr. Jan de Cleercq, student te Leuven 1519, priester, waarschijnlijk pastoor St. Jacobsparochie te Gent 1549-1553, woonde in hoekhuis van Nederscheldestraat en Borresteeg, † voor juni 1561.
- Jacob de Cleercq, roodverver aan de Freremineurenbrug te Gent, gezworene van het roodverversgilde (1559), † vermoedelijk kort voor juli 1567, tr. vóór aug. 1526 Cathalina van Loo, † vóór mei 1583.
Uit dit huwelijk nageslacht - Pieter de Cleercq, roodverver in de St. Jacobsnieuwstraat bij de Nieuwbrug, † tussen 4 juli 1541 en 20 okt. 1544, tr. Anna van Langenhove, † tussen 6 sept. 1580 en 18 okt. 1588, dr. van Adriaen van Langenhove.
Uit dit huwelijk nageslacht - Kathelyne de Clercq, tr. Zegher de Vriese, † na 3 nov. 1568, zn. van Claeys de Vriese en Cathelyne Cooremans.
- Lieven, volgt V.
- Frans de Clercq, in 1530 nog minderjarig, waarsch. jong overleden
- Paesschyne de Clercq, † na 12 sept. 1564, tr. 1e Adriaen van Langenhove, † tussen 1543 en 1552, zn. van Adriaen van Langenhove; tr. 2e Adriaen Nokerman
- Willem de Cleerck, † vóór 30 juli 1530, tr. Agneese Sateurn; zij hertr. vóór 4 juli 1541 Jasper Samarijn en woonde met hem en haar kinderen in Antwerpen.
- Lieven de Cleerck, verbleef in juni 1530 als minderjarige ‘uutlandsch’, meersenier, kocht zich in 1534 in in het meerseniersambacht, woonde in de Langemunt in huis De Mane (huidig nr. 61), kocht in 1551 het in dezelfde straat gelegen huis St. Nicolaas (nr. 29), als winkel, † tussen 4 nov. 1557 en 8 april 1559, tr. Lievijne van Houcke, wordt als weduwe, wonende aan de Lange Munt, genoemd op een lijst van ca. 500 van de meest welgestelde Gentenaren, die in 1578 voor een bepaald bedrag werden aangeslagen, † kort voor 11 okt. 1604, dr. van Jan van Houcke.
Uit dit huwelijk:- Ghyselbrecht de Cleercq, † tussen 27 feb. 1580 en 2 dec. 1604.
- Jan de Clercq, woonde op het Sluizeken (een plein) te Gent, beleend te Deurle en Nazareth, gegoed te Zomergem, Nazareth, Lotenhulle, Destelbergen, Oostwinkel en Eke, † Gent 1 jan. 1618, tr. Johanna van Wijmeersch, † na juli 1633, dr. van Lieven van Wijmeersch en Johanna van Deinze.
Uit dit huwelijk een dochter - Joos de Cleercq, † tussen 27 feb. 1580 en 2 dec. 1604.
- Lieven de Cleercq, † tussen 27 feb. 1580 en 2 dec. 1604.
- Elisabeth de Cleercq, † vóór 1 jan. 1618, tr. 1e Philips van Vlaenderen, zn. van Marten van Vlaenderen; tr. 2e jonkheer Hercules van Hembyse, schepen van Hulst 1581-1583, diaken van de Nederduits-Hervormde gemeente te Middelburg 1591-‘92, 1595-‘96, 1599-1600, † tussen aug. 1620 en 1633, natuurlijke zoon van jonkheer Jan van Hembyze bij Josyne van Bambosch, [weduwnaar van Petronelle Hueriblock, dr. van Gheeraert Hueriblock en Indien Cappe].
- Clara de Cleercq, geb. 1553/54, † tussen 5 feb. 1609 en 1 jan. 1618.
- Jacques de Cleercq, geb. Gent 1554/55, ging over naar de doopsgezinden, werd daarom in 1585, na een half jaar durend proces, voor vijftig jaar verbannen uit Vlaanderen; textielkoopman en factoor in de Grote Houtstraat te Haarlem, leraar, oudste en beheerder van de armen van de doopsgezinde Vlaamse gemeente ald. (1588)-, kocht met twee anderen voor dezelfde gemeente het pand D’Olyblock aan het Klein Heiligland als vergaderplaats, begr. Haarlem (Grote Kerk) 19 aug. 1609, tr. Passchijntgen Grijspeert (Grispere), geb. Rumbeke, begr. Haarlem (Grote Kerk) tussen 28 aug. en 4 sept. 1638, dr. van Pieter Grijspeert.
Uit dit huwelijk nageslacht, volgt VI