Zegelstempel van kassierderij Bosch & De Clercq, omstreeks 1810
Koper (houten handgreep ontbreekt). Ovaal, 20 x 26, h. 17 mm
Coll. Rijksmuseum van Oudheden (v/h Geldmuseum, v/h Koninklijk Penningkabinet)
Nadat Gijsbert de Clercq (1778-1851) het vak had geleerd bij de kassierderij Beck & Lodewijks, richtte hij in 1809 samen met Jan Bosch Gzn (neef van Maria Bosch, de echtgenote van Stephanus de Clercq) de kassierderij Bosch & De Clercq op. Een kassierderij of kassierskantoor .… (nog uitwerken)
Het bedrijf kende al in 1813 dusdanige tegenslagen dat het failliet ging, overigens evenals enkele andere gerenommeerde kassierrderijen. Toch kon een doorstart worden gemaakt; slechts enkele maanden later richtten de compagnons de Ontvang- en Betaalkas op. Uit de kring van familie en bekenden werden commissarissen aangetrokken: Jacob Fock (zoon van Abraham Fock en Cornelia de Clercq (II) en lid fa. Jacob de Clercq & Zoon / Wed. Jacob de Clercq, assuradeurs), Walraven van Heukelom (gehuwd met Joanna de Clercq), Jacob van Beeck Vollenhoven en Jan van Eeghen (kleinzoon van zowel Cornelia de Clercq (I) en Jan van Eeghen, als van voornoemde Cornelia de Clercq (II) x Abraham Fock). De beherende vennoten waren met hun gehele vermogen hoofdelijk aansprakelijk, de stille vennoten slechts tot het bedrag van hun inbreng.
De vader van de directeur van een concurrerende kassierderij, de Associatie Cassa, schreef: ‘[De Ontvang- en Betaalkas] schijnt een tweede Assoc. Kasse te zijn, die, zegt men, bijna alle mennisten zal bedienen.’ Hierna gaan de zaken voorspoedig. Van het twintigtal kassiershuizen dat Amsterdam in de jaren veertig rijk was, behoorde de ‘O&B’ tot de twee voornaamste.
Drie generaties De Clercq zijn directeur geweest van de Ontvang- en Betaalkas: na Gijsbert diens zoon Pieter de Clercq Gzn (1807-1879) en tenslotte weer diens zoon Pieter de Clercq (1849-1934).
Van de vroege fase van deze familiekassierderij, de voorloper Bosch & De Clercq, is deze kop van een zegelstempel met de initialen bewaard gebleven.
Aquarel van het driemast barkschip Willem de Clercq, midden 19de eeuw
Afmetingen en verblijfplaats onbekend.
Na het overlijden van Willem de Clercq (1795-1844), directeur-secretaris van de Nederlandsche Handel-Maatschappij, besloot de broer van zijn echtgenote, de reder Gideon Boissevain, een schip te laten bouwen, dat hij de naam van zijn gewaardeerde zwager gaf. Vijftien jaren heeft het schip voor de firma Boissevain & Co over de wereldzeeën gevaren.
Dit ‘scheepsportret’ is waarschijnlijk gemaakt door Dirk Antoon Teupken (Töpke), in opdracht van de kapitein van het schip. In de jaren 1990 bevond het zich bij een nazaat van de kapitein en is een foto gemaakt, ten behoeve van de biografie van Willem de Clercq. De huidige verblijfplaats is helaas onbekend.
Voorwerpen, verzameld door Frederik Sigismund Alexander de Clercq (1842-1906), op zijn reizen door Indië
‘Frits’ (of ‘FSA’) de Clercq had een boeiende loopbaan in Indië. Begonnen als officier van gezondheid voor het Oostindisch leger in 1863 eindigde hij als resident van achtereenvolgens Ternate en Riouw. Naam heeft hij echter vooral gemaakt met zijn belangwekkende etnografische studies. Tijdens zijn reizen door de Indische archipel verzamelde hij daarvoor diverse objecten, waarvan enkele tegenwoordig bewaard worden in het Volkenkundig Museum te Leiden.
Gebrandschilderde ramen in het Rijksmuseum, met de familiewapens van de stichters en schenkers, omstr. 1906
In de trappenhuizen bij de twee oude entrees van het Rijksmuseum bevinden zich grote gebrandschilderde ramen met de familiewapens van de ‘stichters en schenkers’ van het museum. De ramen zijn geplaatst in of voor 1906 en vervaardigd door dhr. J.W. le Nobel te Amsterdam en de firma Nicola te Roermond.
Uit erkentelijkheid voor de schenking in 1891 van de Frans Halsportretten van Lucas de Clercq en Feyntje van Steenkiste, door Pieter de Clercq (1849-1934) en zijn zwager Pieter van Eeghen (1844-1907), gehuwd met Maria de Clercq, zijn de familiewapens De Clercq en Van Eeghen hierin opgenomen.
De namen en wapens van de overige schenkers zijn die van de families Balguerie van Rijswijck, Van Winter-Bicker, Insinger-van Loon, Beels-van Loon, Van Spaen van Biljoen, Van de Poll, Six, Liotard, Van der Hoop, Bredius, Van Lennep, Van Swinderen, Dupper, Des Tombe, De Stuers, Van den Velden, Franken, Royaards, De Witte van Citters, Snouckaert van Schauburg, Van Lynden-van Pallandt en Willink van Bennebroek.
Bekijk hier het trappenhuis in de oostvleugel, met het familiewapen De Clercq, via Google Maps.
Straatnaamborden van De Clercqstraten
Er zijn in Nederland enkele straten en wegen vernoemd naar leden van onze familie. De meeste naar ons meest bekende familielid Willem de Clercq (1795-1844), als Réveilman/letterkundige en vanwege zijn belangrijke werk voor de Twentse textielindustrie. Deze zijn te vinden in o.a. Amsterdam, Den Haag, Enschede, Veenendaal, Almelo en Nijverdal. Maar er is ook een Pieter de Clercqstrjitte in Veenwouden (als voorvechter Friese taalbeweging aldaar), naast het door hem gebouwde landhuis, en een S.W. de Clercqweg in het Groningse Vlagtwedde (wegens diens grootschalige ontginning in Westerwolde). De Haarlemse De Clercqstraat is vernoemd naar Carel Eduard de Clercq (1832-1882), als stichter van bouwverenigingen voor de totstandkoming van werkmanswoningen in die buurt.