Objecten

Voorwerpen met betrekking tot de familie de Clercq, 1600-1800

IJzeren schild, beschilderd met de vier Heemskinderen, begin 17de eeuw

IJzer, verguld, diameter 60 cm, hoogte 12,8 cm
Collectie Rijksmuseum Amsterdam

Dit schild (ook ‘rondas’), met daarop geschilderd de vier Heemskinderen op het ros Beiaard, is afkomstig van Pieter van Steenkiste (1559/60-1630), uit diens huis De Vier Heemskinderen aan het Spaarne in Haarlem. Na vererving op zijn schoonzoon Lucas de Clercq (omstr. 1603-1652), gehuwd met Feyntje van Steenkiste, bleef het eeuwenlang in onze familie, tot het in 1929 werd geschonken aan de stad Amsterdam.

Portret van de Hamburgse koopman Burchard Fixsen, zakenrelatie van Pieter de Clercq (1731-1807), door Christian Fritzsch, omstr. 1762-’69

Tussen de nagelaten papieren van Willem de Clercq (1795-1844), in de collectie van het Réveil-Archief, bevindt zich een gravureportret van de Hamburgse koopman Burchard Fixsen, afgebeeld in zijn ‘comptoir’ (kantoor). Waarom dit hierin is terecht gekomen, wordt pas duidelijk door de prent nauwkeurig te bekijken. Op zijn tafel blijkt goed leesbaar (klikken voor detail) een ‘wisselbrief’ afgebeeld, gedateerd 20 jan. 1762, voor een bedrag van 5000 Hollandse guldens, getrokken van het Amsterdamse handelshuis van Pieter de Clercq (1731-1807). Fixsen en De Clercq hadden dus een handelsrelatie; de Hamburger zal het als aardigheid hebben toegezonden.

Aanvankelijk dreef Pieter alleen handel, tot hij zich in 1769 associeerde met zijn veel jongere broer Stephanus (1747-1819), Willems grootvader. Van het door hen gestichte handelshuis P. & S. (later S. & P.) de Clercq was Willem vanaf 1818, als derde generatie, firmant.

Speldenkussen van Pieter de Clercq Jaczn en Agatha Stockelaar, 1770-1771


Afm.: l 14 cm × b 21 cm × d 7 cm
Coll. Koninklijk Oudheidkundig Genootschap

Het was in de 17de en 18de eeuw een gebruik om op de dag van de doop een speciaal voor de gelegenheid gemaakt speldenkussen aan de familie te tonen, voordat het gezelschap naar de kerk ging voor de doopplechtigheid. Dergelijke ceremoniële speldenkussens werden na de plechtigheid in het huis van de dopeling tentoongesteld tijdens de ontvangst van de familie en bekenden.
Dit familiestuk, een van ripszijde kussen gevuld met zand en met ingestoken kopspelden in verschillende dikten, is afkomstig van het echtpaar Pieter de Clercq Jaczn (1748-1802) en Agatha Stockelaar. Het blijkt een variatie op dit gebruik, maar plaatst ons wel wat voor een vraagstuk. Lees meer….

Trouwjurk van Isabella Stinstra (1760-1829) voor haar huwelijk met Pieter de Clercq junior (1757-1805) in 1782

Isabella Stinstra was dochter van een welgestelde doopsgezinde familie uit Harlingen. Haar huwelijk met de Amsterdamse koopman Pieter de Clercq junior werd ook aldaar voltrokken en gevierd. De karakteristieke Friese jurk die zij bij die gelegenheid droeg is, met beugeltas van goud en zijde, bewaard gebleven. Na vererving binnen de familie De Clercq en vervolgens de familie Van Eeghen zijn deze, met toebehoren, geschonken aan het Fries Museum.

Kinderstoel en kindervalhoed, van de jonggestorven Pieter de Clercq (1788-1790)

Op het portret van drie generaties De Clercq, door Wybrand Hendriks uit 1790, wordt de tweejarige Pieter de Clercq afgebeeld, zittend in een kinderstoel en met een valhoed op. Beide objecten zijn bewaard gebleven.

Zegelstempel van Pieter de Clercq Jaczn, omstreeks 1790

Koper met houten heft. Ovaal, 21 x 19 mm, h. 93 mm
Coll. Rijksmuseum van Oudheden (v/h Geldmuseum, v/h Koninklijk Penningkabinet)

Deze zegelstempel heeft toebehoord aan Pieter de Clercq (1748-1802), ….

Merklappen van Joanna de Clercq en haar overgrootmoeder Maria Block, uit 1792 en 1665

Links: zijde en katoen, 49 x 47 cm (1792); rechts: zijde en wol, 36 x 42,5 cm (1665)

Van Joanna de Clercq (1778-1810) is een merklap bewaard gebleven, die zij in 1792 op 14-jarige leeftijd maakte. Een merklap is een borduurwerk, vaak geproduceerd als een test van iemands vaardigheden in het naaldwerk. Tot Joanna’s voorbeeld zal ongetwijfeld hebben gediend een merklap, in 1665 gemaakt door haar overgrootmoeder, de dan 12-jarige Maria Block (1653-1736). Deze was in vrouwelijke lijn vererfd op Joanna’s moeder, via de lijn Maria Block x Lucas van Beeck > Maria van Beeck (1679-1751) x Gerrit Bosch > Maria Bosch (1752-1820) x Stephanus de Clercq. Beide merklappen zijn samen vervolgens vererfd op Joanna’s dochter Maria van Heukelom (1801-1866) x Gideon Jeremie Boissevain > Annette Jeanne Henriette Boissevain (1835-1894) x Ds. Hendrik Lambertus Kruseman > Maria Kruseman (1862-1959) x Jan Benjamin Kam. Tegenwoordig zijn zij in de collectie van het Amsterdam Museum.

Behangselschilderingen, omstreeks 1796 gemaakt in opdracht van Stephanus de Clercq (1747-1819), voor diens huis Herengracht 94 te Amsterdam

In 1995 werden op de PAN-antiek beurs in de RAI acht zeer bijzondere behangselschilderingen aangeboden, waarvan hierboven twee zijn afgebeeld. Nader onderzoek maakte aannemelijk dat deze omstreeks 1796 zijn gemaakt in opdracht van Stephanus de Clercq, voor een zaal aan de achterzijde van zijn woonhuis Herengracht 94 te Amsterdam. Op een van de doeken is bovendien zijn buitenplaats Rupelmonde te Nieuwersluis aan de Vecht afgebeeld.

Vervolg: objecten uit de periode 1800-1900

Terug naar boven