Sporen van de vroegste voorouders
De ‘wieg van ons geslacht’ stond in het kleine, maar oeroude dorpje Erondegem in Oost-Vlaanderen. De oudste bewezen voorvader Denijs de Clerc overleed hier in of vóór 1396. In Erondegem en in de aangrenzende parochies Erpe en Ottergem bezat hij diverse goederen; zeker is dan ook dat zijn familie al langer in deze contreien woonachtig was.
Hoewel nog veel onderzoek moet worden gedaan, zijn inderdaad al vroegere sporen van de familie gevonden in deze contreien. De oudste daarvan gaan terug tot 1295 en 1330. In die jaren werden door de Sint-Baafsabij te Gent per parochie lijsten aangelegd van alle aan deze abdij verbonden ‘vrijgewijden’. Dit waren over het algemeen gegoede lieden, die een bevoorrechte, erfelijke status hadden, waarmee zij van een kerk of abdij bescherming genoten. Wel moesten zij hiervoor jaarlijks een cijns (belasting) betalen, reden waarom met enige regelmaat lijsten werden opgesteld. Op die van 1295 vinden we vermeld: Margareta, dochter van (geschrapt: Gilliens) Blankards, zuster van Gillins Clericus en op die van 1330: Margaretha en Katharina, kinderen van M(argaretha), de zuster van Egidius Clericus, Goesen, zoon van Alisa Clericus, Balduinus en Katharina en Gertrudis, kinderen van Beatrix, ….? van Goessen Clericus en tenslotte Ely, de vrouw van Thomas Clericus. De familienaam staat hier dus weergegeven in haar oorspronkelijke, Latijnse vorm.
Mogelijk zal nooit kunnen worden vastgesteld hoe deze personen verwant waren aan onze stamvader Denijs. Bijzonder aan de status van ‘vrijgewijde’ was dat deze via de vrouwelijke lijn werd doorgegeven. Maar opvallend is dat de voornaam Goes(s)en tweemaal voorkomt, want ook Denijs gaf, zo’n vijftig jaar later, een van zijn zoons deze naam.
In een Gents archiefstuk uit 1358 wordt melding gemaakt van een “sClercx schure” in Erondegem, wat betekent: “schuur van De Clerc”. Twintig jaar later verkocht de lokale heer, ridder Philips van Erpe II, aan zekere Simoen de Clerc een “boomgaerdekin […] met eenen noekerboem (= walnotenboom) en eene pruime van de stede ter doerent geleghen in de prochie van Herpe 1 dachwant 15 roeden ligghende buter haghe en 1 dachwant up Cothem coutre”. Gezien de plaatsaanduiding zal deze boomgaard gelegen zijn geweest nabij het ‘goed te Cotthem’, dat in 1402 werd gepacht door ene Pieter de Clerc. Tussen hem en de eigenaar was onenigheid ontstaan, welke zaak werd voorgelegd aan de schepenen van Gent.
Rond 1400 lijkt de familie in Erondegem al tamelijk uitgebreid te zijn geweest. Dit blijkt uit de jaarlijkse betalingen van Erondegemmenaars als buitenpoorters van de steden Aalst en Geraardsbergen. Buitenpoorters waren lieden die buiten de stadsmuren woonden, maar het poorterschap van een stad hadden verworven, om daarmee bepaalde voorrechten en bescherming te genieten. Om dit poorterschap te verkrijgen moest voor de schepenen (bestuurders) van die stad een eed van getrouwheid worden afgelegd en diende jaarlijks een zeker geldbedrag te worden betaald. Het was daarom iets dat alleen de meer gegoeden zich konden veroorloven.
Op de oudste lijst van buitenpoorters van Geraardsbergen, van 1396, vinden we de weduwe van Nijse de Clerc, Boudin de Clerc fs. (= filius, zoon van) Boudin en een “Lijsbet Heinrics sClercx wijf was van Bulleghem”. De oudst bewaard gebleven lijst van buitenpoorters van Aalst, uit 1393, vermeldt een Pieter de Clerc, die in 1395 lijkt te zijn overleden. Van een Goessin de Clerc “fs. Clercs van Billeghem” is de betaling teruggevonden vanaf 1402 en van een Jan de Clerc vanaf 1407. De toevoeging “van Billeghem” (of Bulleghem), bij twee van hen, wekt enige verwarring. Deze topografische aanduiding verwijst namelijk naar een locatie binnen de parochie Voorde, bij Aalst, wat lijkt aan te geven dat deze personen van daar afkomstig waren. Toch mag worden aangenomen dat in een kleine gemeenschap als Erondegem, dat hoogstens enkele honderden inwoners zal hebben geteld, de meeste De Clercen tot één familie behoorden.
Voor ons is op dit moment de lijst van Geraardsbergen, uit 1396, de belangrijkste bron. Want die maakt melding van onze oudste bewezen voorouder, Denijs de Clerc.